De echte coronacrisis kwam midden 2021 stilletjes op zijn einde, maar die ervaring zette me op het spoor van een verdere versteviging van ons welzijns- en zorgbeleid. Ook daarom versterkten we de afgelopen jaren ons ziekenhuis en ons woonzorgcentrum Sint-Anna. Met het Pomphuis openden we een tweede dienstencentrum voor onze senioren, mensen met een beperking (en eigenlijk voor iedereen) in Morkhoven. De buurtbus bedient wijken waar we te weinig aanwezig waren. We openden een buurtrestaurant in ’t Convent, een tweede is op komst. Er komt een Inloophuis voor mensen met geheugenproblemen. Samen met Alegria zorgen we voor een nieuwe plek waar mensen met kanker en hun naasten kunnen samenkomen. In het Overkophuis op de Grote Markt kunnen alle jongeren zichzelf zijn. En met nieuwe activerings- en tewerkstellingsprojecten gaan maatschappelijk werkers de baan op en zetten we mensen op weg naar een nieuwe toekomst.
Die versterking van zorg en welzijn is broodnodig. We worden allemaal ouder, en sneller dan we denken gaan we veel meer nood hebben aan sociale ondersteuning, hulpverlening en zorg. Als we dat allemaal haalbaar en betaalbaar willen houden, moeten we nu beginnen. Investeren in welzijn en zorg is dus eigenlijk niet louter sociaal. Het is in ons eigen belang, zelfs een tikkeltje egoïstisch.
Ervoor zorgen dat mensen elkaar kunnen ontmoeten en zich thuis voelen in hun straat is niet klef. Het zorgt voor gezondheidswinsten. De Wereldgezondheidsorganisatie wijdde een artikel aan de markt die we terug naar Morkhoven brachten. Stel je voor.
Natuurlijk, en jammer genoeg, zal dat werk nooit af zijn. Na corona kwam Oekraïne. En dan de energiecrisis en de inflatie. Maar net door die stevige uitbouw van onze sociale diensten kunnen we – en blijven we – heel kort op de bal spelen.