Vanochtend werden – te laat, volgens sommigen – de regenboogvlaggen gehesen op de Grote Markt en aan het Administratief Centrum. Als schepen voor gelijke kansen vind ik het belangrijk dat we met het stadsbestuur een signaal van hartelijkheid, verbondenheid en solidariteit met de gay community geven, al is het maar symbolisch. Mijn foto kreeg op een mum van tijd 60+ likes.
Maar laat ons elkaar geen mietje noemen (*), en begrijp me niet verkeerd. Vlaggengehijs (al dan niet virtueel), vluchtig share-and-like-geclick en tijdelijke profielfoto’s zijn peanuts. En het makkelijke doen mag geen uitvlucht worden voor het moeilijke laten.
We hebben nog heel veel werk, mensen.
Ik kan het niet beter verwoorden dan oud-minister Steven Van Ackere, een van de hartelijkste én verstandigste ministers die we ooit gehad hebben:
“(…) ik geloof (…) innig dat mensen nooit ongerust zouden mogen zijn over de liefde die ze iemand anders toedragen, de aantrekking die ze daarbij ervaren, de levensstijl die ze erop nahouden, het geloof of de overtuiging waarmee ze in hun leven houvast vinden, de kleur van hun huid die hen dierbaar is omdat het ook die is van de mensen die hun het leven gaven, de kleren die hen het beste zitten, de grote en kleine tics die hen kenmerken, de gezondheid die hen wat trager doet stappen dan gemiddeld, de taal die hen doet opvallen tussen de meerderheid, de leeftijd die hen aan de smalle en onrendabele kant van de curve brengt, de handicap die doet kijken naar minder zichtbare talenten, het lichaam waarmee ze geboren zijn, het nest zonder privileges waarin ze opgroeiden, het verdriet en de trauma’s die ze meesleuren, de sociale vaardigheden die ze missen.
What a wonderful world it would be.”